Met ChatGPT lijkt de doorbraak van kunstmatige intelligentie (AI) een feit. Net als met de Sofisten in het oude Griekenland roept deze nieuwe creatieve metgezel fundamentele vragen op. Kunnen we echt nog van nep onderscheiden? Wat is kunst? En wat is echt nieuw? We kunnen ons maar beter voorbereiden.
Ook al leefde je onder een steen de afgelopen weken, het was bijna onmogelijk om het nieuws over ChatGPT te missen. ‘GPT’ staat voor ‘Generative Pre-trained Performer’ en is ontwikkeld door het bedrijf Open AI. Het is in staat om een nieuwe tekst te genereren gebaseerd op een tekstopdracht zoals: schrijf een opstel over de theorie van het nationalisme. Dit biedt ongelooflijk veel mogelijkheden, want ChatGPT kan helpen software te schrijven, geloofwaardige academische essays te produceren, en een screen Play voor de volgende sitcom op Netflix in elkaar te zetten.
Net als tijdens een WK lijkt nu iedereen op het Internet dan wel een AI-fan of een nieuwe AI-expert. En reacties lopen ontzettend uiteen. Zoals Jesse Frederik schrijft over de reacties van zijn collega’s: sommigen blijven liever holbewoner, terwijl anderen juist het vuur herkennen. Het is tijd voor de bronstijd! Maar, is dit wel de juiste vergelijking?
Disclaimer: de tekst hierboven is niet het resultaat van een opdracht aan ChatGPT.
We zullen dergelijke disclaimers, of het tegenovergestelde (verrassing: deze paragraaf was geschreven door ChatGPT!) nu vaak gaan zien. Zullen holbewoners hetzelfde hebben gezegd? Kijk uit, dit konijn is klaargemaakt met vuur?
Een betere vergelijking lijkt me die met de ontwikkeling van de retorica in het oude Griekenland. Door de explosie van het schrift en de intellectuele ontwikkelingen in de Griekse samenleving, ontstond er in de 5e eeuw voor Christus een nieuwe klasse van geleerden, die we kennen als de ‘Sofisten,’ wijze mannen. Deze geleerden waren een soort van antieke ChatGPT revolutie. Ze boden het grote publiek toegang tot allerlei nieuwe inzichten, verhalen, en wijsheden. Sommige Sofisten claimden zelfs dat ze de antwoorden kenden op alle vragen.
Uiteraard waren de oude Grieken erg onder de indruk van de Sofisten, net als wij nu onder de indruk zijn van ChatGPT. En hun belofte was ook niet zonder verdienste. Men werd inderdaad wijzer, en kennis verspreidde zich door de Griekse samenleving. Maar tegelijkertijd verspreidde zich een hele hoop onzin.
De Sofisten waren namelijk voornamelijk getraind in de retorica, de taalkundige techniek ter vergroting van de overredingskracht. Het doel was om de luisteraar te overreden, niet primair om de waarheid te verkondigen. Hetzelfde, maar dan op steroïden, lijkt nu te gebeuren met ChatGPT. Het programma kan zowel briljante (menselijke) inzichten in een nieuw formaat presenteren als ‘vloeiende bullshit’ uitkramen.
We kunnen, zoals Frederik voorstelt, ChatGPT als een ‘liefdevolle metgezel’ zien. De kunst is om de bullshit te cureren, het goede over te nemen en het slechte te laten liggen. Zo zullen sommigen in het oude Griekenland de Sofisten ook hebben beschouwd. ‘Take it or leave it,’ je kunt zelf bepalen wat je aanneemt van die oude man die staat te oreren op het plein. En zo zullen er ook mensen zijn geweest – de holbewoners – die er schouderophalend langs waren gelopen.
Een groepje filosofen onder leiding van Socrates was het hier echter niet mee eens. Er was een andere reactie mogelijk: we moeten de Sofisten zeker serieus nemen maar ze ook herkennen als een ernstig gevaar. Taal is namelijk geen neutraal gereedschap maar kan de luisteraar betoveren, meeslepen naar een wereld van schijn en bedrog. Niet de waarheid telt dan meer maar de misleidende kracht van het woord.
Plato, de leerling van Socrates, dacht ook aan de holbewoners. Hij stelde zich een grot voor waar de holbewoners betoverd zaten te staren naar dansende schaduwen op de muur. Dit was hun werkelijkheid, tot een van de holbewoners, de eerste filosoof, de grot verliet en zag dat het allemaal enkel schijn was. Het was de zon, niet de schaduwen, die de waarheid bracht. De schaduwen waren enkel betekenisloze representaties, de echte wereld was alleen te vinden buiten de grot.
Plato’s allegorie van de grot was een indirecte aanval op de Sofisten. De Sofisten, zo dacht hij, proberen de mensen gevangen te houden in de grot door steeds geloofwaardigere schaduwen te projecteren. In plaats van ons wijzer te maken, houden ze ons in het donker.
Plato’s afkeer van de Sofisten en de retorica was wellicht wat overdreven. Aristoteles, Plato’s opvolger, was genuanceerder. Hij dacht dat retorica ook een positieve rol kon spelen, en dat we de logica kunnen inzetten om de waarheid te beschermen. Logica is immers niet gericht op overreding, maar op het bewaken van valide argumenten. En een valide argument, zo dacht Aristoteles, is de basis van waarheidsbevinding.
Nu is het probleem met ChatGPT dat het niet alleen de retorica goed verstaat, maar ook erg goed is in logica. Zo goed zelfs, dat het zonder moeite goed werkende software in elkaar kan zetten. Het is daarom niet enkel een Sofist op steroïde, maar ook nog eens een goede Socratische filosoof. En met de nieuwe generaties (GPT-4 komt er al snel aan) zal dit probleem alleen maar groter worden.
Ik denk dat we, net als de Socratische filosofen, erg voorzichtig moeten zijn met deze nieuwe vorm van symbolische expressie. Het gevaar is echt. Als programma’s als ChatGPT het internet overnemen, wat aangezien de explosie in gebruikers niet onwaarschijnlijk is, komen we daadwerkelijk te leven in een nieuwe digitale schaduwwereld. Deze wereld zal ons ongetwijfeld veel moois brengen, en een hoop dingen een stuk makkelijker maken, maar ons ook betoveren. En deze betovering kan erg gevaarlijk zijn, niet alleen omdat het ons kan misleiden maar ook omdat we ons ‘zelf’ erin kwijt kunnen raken. Het zal tussen alle disclaimers steeds moeilijker worden om de mens en machine te onderscheiden.
Net als in het oude Griekenland kunnen we dit gevaar enkel trotseren door weer filosofische vragen te gaan stellen. En in plaats van de waarheid staat nu meer de tijd centraal. Grote modellen zoals GPT zijn namelijk getraind op enorme hoeveelheden expressies van mensen, een soort groot cultureel archief. GPT is als het ware het levende verleden. De vraag is nu of dit verleden ook een authentieke toekomst kan scheppen. Kan GPT enkel hercombineren, of kan het teksten produceren die echt nieuw zijn? En wat betekent dit?
Het is, in het licht van deze vraag, niet verrassend dat de kunst het grote betwiste terrein is van de kunstmatige intelligentie. GPT daagt onze ideeën uit wat betreft originele poëzie en literatuur, net als applicaties als DALL-E, die digitale afbeeldingen produceren, onze ideeën over de visuele kunst op de proef stellen. De meest fundamentele vraag is nu, zo lijkt het, niet te zijn ‘wat is waar?’ maar ‘wat is nieuw?’ Wat is, in de grote stroom aan symbolische expressies, nieuw in de juiste zin van het woord? Als Homerus toegang had gehad tot ChatGPT, gegeven de dichtkunst die er in zijn tijd al was, had hij dan ook iets baanbrekend nieuws kunnen maken als de Illias?
Net als de techniekfilosoof Yuk Hui moeten we daarom naarstig op zoek naar nieuwe inzichten op deze vraag. Hij stelt in zijn nieuwste boek, ‘Kunst en Cosmotechniek’ dat de verschillende vormen van kunst, zoals we die vinden in de Griekse tragedie en de Chinese landschapskunst, ons iets kunnen vertellen over onze verhouding tot de technologie. We moeten voorbij aan het idee dat kunst enkel representatie is, en opnieuw de vraag stellen hoe kunst een originele toegang biedt tot de wereld om ons heen. En of AI diezelfde toegang biedt.
Terwijl we onszelf deze fundamentele vragen stellen, moeten we ons best doen om het gevaar in toom te houden: de nieuwe Sofisten niet te veel op het podium te hijsen. Een manier om dit te doen is door menselijke expressie te bevoordelen ten opzichte van de producties van kunstmatige intelligentie. Het volstaat niet om disclaimers bij te voegen die zelf ook de schijn tegen zich hebben. Net als biologische groenten en fruit, vrij van pesticiden, vragen we wellicht snel om ‘AI-vrije’ schrijfsels.